
TOERUSTING VOOR REISGENOTEN
Vanaf het nieuwe seizoen wordt er weer toerusting voor reisgenoten aangeboden. Noteer deze datums alvast
in uw agenda: donderdag 23 oktober 2025 en woensdag 15 april 2026. Deze toerusting is bedoeld
voor iedereen die actief is als reisgenoot. Je ontmoet elkaar, je krijgt handvaten en achtergronden mee
vanuit de pastorale praktijk en we gaan met elkaar in gesprek zodat we bemoedigd worden in de taak die we
hebben gekregen.
Inspiratiebijeenkomsten reisgenoten:
Donderdag 23 oktober 2025 om 15.00u
(inloop met koffie en thee vanaf 14.30u).
Woensdag 15 april 2026 om 19.30u
(inloop met koffie en thee vanaf 19.00u).
Alle reisgenoten zullen nog een uitnodiging per email ontvangen.

Psalmen 104
1Prijs de HEER, mijn ziel. HEER, mijn God, hoe groot bent U.Met glans en glorie bent U bekleed,
2in een mantel van licht gehuld. U spant de hemel uit als een tentdoek
3en bouwt op de wateren uw hoge zalen, U maakt van de wolken uw wagen en beweegt u op de vleugels van de wind, 4U maakt van de winden uw boden, van vlammend vuur uw dienaren.
5U hebt de aarde op pijlers vastgezet, tot in eeuwigheid wankelt zij niet.
6De oerzee bedekte haar als een kleed, tot boven de bergen stonden de wateren.
7Toen U dreigde, vluchtten zij weg, toen uw donderstem klonk, stoven zij heen:
8naar hoog in de bergen, naar diep in de dalen, naar de plaatsen die U had bepaald.
9 U stelde een grens die zij niet overschrijden, nooit weer zullen zij de aarde bedekken.
10U leidt het water van de bronnen door beken, tussen de bergen beweegt het zich voort.
11Het drenkt alles wat leeft in het veld, wilde ezels lessen er hun dorst.
12Daarboven wonen de vogels van de hemel, uit het dichte groen klinkt hun gezang.
13U bevloeit de bergen vanuit uw hoge zalen, door uw daden raakt de aarde verzadigd.
14Gras laat U groeien voor het vee en gewassen die de mens
moet verbouwen. Zo zal hij brood winnen uit de aarde
15en wijn die het mensenhart verheugt, geurige olie die het gelaat doet stralen, ja brood dat het mensenhart versterkt. 16De bomen van de HEER zuigen zich vol, de ceders van de Libanon, door Hemzelf geplant.
17De vogels bouwen daar hun nesten, in de cipressen huizen ooievaars.
18De hoge bergen zijn voor de steenbokken, in de kloven schuilen de klipdassen.
19U hebt de maan gemaakt voor de tijden, de zon weet wanneer zij moet ondergaan.
20Als U het duister spreidt, valt de nacht, en alles wat leeft in het woud gaat zich roeren.
21De jonge leeuwen gaan uit op roof, brullend vragen zij God om voedsel.
22Bij zonsopgang trekken zij zich terug en leggen zich neer in hun legers.
23De mensen gaan aan het werk en arbeiden door tot de avond.
24Hoe talrijk zijn uw werken, HEER. Alles hebt U met wijsheid gemaakt, vol van uw schepselen is de aarde.
25Zie hoe wijd de zee zich uitstrekt. Daar wemelt het, zonder tal, van dieren, klein en groot.
26Daar bewegen de schepen zich voort, daar gaat Leviatan, door U gemaakt om mee te spelen.
27En allen zien ernaar uit dat U voedsel geeft, op de juiste tijd.
28Geeft U het, dan doen zij zich tegoed, opent zich uw hand, dan worden zij verzadigd.
29Verberg uw gelaat en zij bezwijken van angst, ontneem hun de adem en het is met hen gedaan, dan keren zij terug tot het stof dat zij waren.
30Zend uw adem en zij worden geschapen, zo geeft U de aarde een nieuw gelaat.
31De luister van de HEER moge eeuwig duren, laat de HEER zich verheugen in zijn werken.
32Hij richt zijn oog op de aarde en zij beeft, Hij raakt de bergen aan en zij stoten rook uit.
33Voor de HEER wil ik zingen zolang ik leef, een lied voor mijn God zolang ik besta.
34Moge mijn lofzang de HEER behagen, zoals ik mijn vreugde vind in Hem.
35Zondaars zullen van de aardbodem verdwijnen, onrechtvaardigen zullen niet meer bestaan.
Prijs de HEER, mijn ziel.
Halleluja!
Alles hebt U met wijsheid gemaakt!
Een lied vol verwondering
“Hoe talrijk zijn uw werken HEER, alles hebt U met wijsheid gemaakt, vol van uw schepselen is de aarde” (Psalm 104: 23). Als je Psalm 104 in één woord zou moeten samenvatten dan is het wel met het woord ‘verwondering’. Dit loflied gaat over alles dat goed en mooi is aan onze wereld. In deze psalm worden we meegenomen in één lange, liefdevolle blik op de schepping. Met grote verwondering kijkt de dichter naar de aarde. Hij ziet een prachtige wereld waar het zindert van het leven. Psalm 104 is een lied dat dankbaarheid en verwondering ademt over alles dat goed en mooi is aan onze wereld.
Een wereld in balans
We weten allemaal dat het niet goed gaat met de aarde. Wetenschappers luiden al jaren de noodklok over de opwarming van de aarde, de poolkappen die smelten, de zeespiegel die stijgt. Volgens het WNF wordt 28% van
de planten- en dierensoorten bedreigd. Koraalriffen, walvissen, panda’s, orang-oetangs, tijgers en leeuwen: ze staan allemaal op de rode lijst van het IUCN (International Union for Conservation of Nature). Ecologische systemen worden vandaag ernstig bedreigd: door ontbossing, stroperij, grote droogte of overstromingen. De woorden van Psalm 104 botsen hard op de realiteit. De dichter van Psalm 104 beschrijft de aarde zoals ze moet zijn.
Het gaat om een wereld in balans: een wereld waar elke plant en elk dier haar eigen plaats heeft. De aarde is vruchtbaar en het wemelt van het leven omdat mensen, dieren en planten leven in harmonie met elkaar. Elk organisme heeft in die wereld haar eigen begrensde plaats.
Prijs de Heer mijn ziel!
Prijs de Heer mijn ziel! Psalm 104 begint net als Psalm 103 met een lofprijzing: ‘Prijs de Heer mijn ziel’! Overal waar de dichter om zich heen kijkt, ziet hij hoe God aan het werk is. Daar wordt hij blij en enthousiast van. Het wekt
ontzag en verwondering in hem. ‘Hoe groot bent U’, roept hij dan ook uit.
Het licht waarmee de Eeuwige leven geeft, heeft Hij als een mantel omgeslagen. Hij is gekleed in majesteit en glans (Ps. 104:1-2a). De profeet Habakkuk zegt iets vergelijkbaars: ‘zijn glorie straalt aan de hemel, de aarde is vol van zijn roem; schittering is er als zonlicht, stralen komen van zijn hand, waarin zijn kracht verborgen is’ (Hab. 3:3b-4). In Psalm 104 moet de hele schepping meedoen in een danklied om Gods scheppende kracht. Alles wat
adem heeft, love de Here, zegt Psalm 150. De aarde en de hemel, de planten, de dieren en de mens… allemaal zingen ze mee in deze lofzang. Gewoon door zichzelf te zijn, en te doen waarvoor de Heer hen bestemd heeft.
Een huis om in te wonen
De dichter begint in de verzen 2-9 met de grote lijnen: met de hemel, de aarde en de zee. Hij beschrijft hoe God fundamenten legt, hoe Hij stut en vastzet en grenzen bepaalt. Zo bouwt de Heer voor mens en dier een woning, een huis om in te wonen. De hemel komt als eerste aan de beurt in de verzen 2-4. Als een tentdoek heeft Hij de hemel om de aarde geplooid en haar vastgezet. Van de wateren heeft Hij zolders gebouwd; ‘opperzalen’ vertaalt de Statenvertaling. Met deze wateren worden de wateren ‘boven’ bedoeld, het uitspansel boven de aarde, zoals het scheppingsverhaal in Gen. 1 ook vertelt (Gen. 1:7; vgl. Ps. 148:4). In de hoge luchten en in de luchtkastelen van de wolken ziet de dichter Gods aanwezigheid. Hoe Hij op ze rijdt, alsof ze wagens zijn en hoe Hij beweegt op de vleugels van de wind. Zelfs in het weerlichten, in het vuur dat langs de hemel schiet, herkent hij zijn Naam.
Het scheiden van de wateren
Dan volgen de aarde en de zee (vv. 5-9). De Heer vervolgt zijn bouwwerken: Hij heeft de aarde vastgezet. Op sokkels zou je kunnen zeggen… een fundament dat stevig is en niet wankelt. Net als in het scheppingsverhaal in Gen. 1 maakt God de aarde bewoonbaar door de aarde te scheiden van de oerzee die met haar donkerte de aarde bedekt. In die oerzee is nog geen leven mogelijk. Het water is zo hoog, zo machtig, dat zelfs de hoogste bergtoppen onder water staan. Maar zie je hoe de dichter zich dat ‘scheiden’ voorstelt? Dat God slechts één zucht hoeft te geven, en de wateren schieten
weg; ze stuiven uiteen naar de plaatsen die de Heer voor hen bedoeld heeft. Op de bergen mogen ze wonen, waar ze ontspringen als beken en rivieren, en in de dalen waar zij meren vormen.

Zinderend leven dat lacht en juicht
Vervolgens neemt de dichter ons in de verzen 10-19 mee naar de inrichting.
Het is bijna alsof je naar een deel van Planet Earth zit te kijken. Hij laat onze blik vallen op de beken, de bossen, het gras dat ontspringt, en alles wat op aarde leeft: de dieren en de mensen. Het is een prachtig huis, waar het zindert van het leven, en waar mens en dier genoeg te eten hebben. Het water is nu niet dreigend meer. Water is ook een zegen. Wie de geografie van het Bijbelse Israël een beetje kent, weet dat alleen daar leven kan zijn waar stromend
water is. De meeste rivierbeddingen staan het grootste gedeelte van het jaar droog. Wadi’s worden ze ook wel genoemd. Maar als dan in het regenseizoen het smeltwater van de bergen afdaalt, dan stromen de beken en de rivieren vol. Dan begint ‘de steppe te lachen en te juichen’ om het met het bekende lied van Huub Oosterhuis en Antoine Oomen te zeggen. Vanuit diezelfde ervaring lijkt de dichter te spreken in de verzen 10-12. De dichter heeft het prachtig verwoord: hoe vanaf de bergen het water begint te stromen en omlaag schiet; water dat tintelt en fonkelt in de zon.
Beken en rivieren stromen vol. En dan begint het te bruisen van nieuw leven. Alles wat leeft in de dalen en de velden stroomt toe, om te drinken van het water dat de Heer hen geeft. De wilde ezels hebben geen dorst meer en de vogels zingen en kwetteren naar hartenlust in de groene takken die hen tot woning zijn.
God geeft voedsel in overvloed
Vanaf vers 13 komen opnieuw de hemelse opperzalen terug, waar God de regen, de sneeuw en de hagel bewaart. ‘Uit de hemelse opperzalen’, staat er letterlijk, ‘geeft Hij de bergen te drinken’. God opent de hemel en laat het regenen zodat het gras ontspringt en gewassen ontkiemen. Al het voedsel dat wij nodig hebben ontvangen wij uit Gods hand. In vers 14 en 15 klinken er herkenbare woorden. Letterlijk vertaald staat er in de Hebreeuwse tekst: ‘Brood laat Hij voortkomen uit de aarde, en wijn dat het hart van de mens verheugt’. Die woorden doen denken aan het Beracha, het zegengebed dat ook Jezus uitgesproken heeft toen hij het brood brak en de beker van het verbond liet rondgaan:
Gezegend zijt Gij Eeuwige God, Schepper van hemel en aarde, die het brood uit de aarde doet groeien en de wijnstok hebt geschapen.
Alles heeft de juiste plaats in de wereld die God geschapen heeft. De zon gaat onder op de vastgestelde tijd en de maan vervolgt zijn koers; de seizoenen komen en gaan (vv. 19-20).
De ceders van Libanon
In vers 16 besteedt de dichter bijzondere aandacht aan de ceders van Libanon. En dat begrijp ik wel. Niet voor niets is de cederboom het nationale symbool van Libanon. Wie wel eens gewandeld heeft in het cederwoud in het Libanongebergte, wordt getroffen door de impostante, rijzige hoge bomen, die wel veertig meter hoog kunnen worden; de sterke brede takken met hun blauwgroene naalden zijn indrukwekkend om te zien. Ze zuigen zich vol met lucht en ze scheiden een heerlijke geur uit, die de mens mag opsnuiven. De dichter noemt ze ‘de bomen van Adonai’. Niet door mensenhanden zijn ze daar neergezet. De Heer, de God die leven geeft, heeft ze daar geplant. Hun kruinen zijn het huis van de ooievaar, die de dichter ḥasîdâ noemt, ‘getrouwe’.
Alles heeft haar eigen plaats
Naast de ooievaar noemt de dichter nog andere dieren: de steenbokken in de hoge bergen en de klipdassen in de kloven, en de leeuwen die op roof gaan wanneer het duister over de aarde valt. Stuk voor stuk zijn het dieren
die niet als vee dienen en dus nuttig zijn in de ogen van de mens. Maar in de ogen van de Heer zijn ze net zo waardevol. Kijk maar eens hoe het daar staat in vers 21-23: na zonsondergang gaan de leeuwen op jacht… in het
duister trekken ze uit met hun legers. Maar als de eerste zonnestralen doorbreken, dan is het de mens die aan het werk gaat. Mens en dier staan naast elkaar. Het werk van de mens is belangrijk, maar de rooftochten van de leeuwen zijn in Gods ogen even kostbaar.

Leviathan: spelend voor Gods aangezicht
Dat evenwicht in ruimte voor mensen en dieren komt nog eens terug in vers 25-26 waar de dichter vertelt over de zee. In de zee wemelt het van het leven en is er ruimte voor de schepen van de mensen en de Leviathan. In het
Eerste Testament komen we verschillende beelden tegen van dit eigenaardige wezen. Jesaja beschrijft hem als een meerkoppige zeedraak (Jes. 27:1), terwijl de dichter van Psalm 71 hem ziet als de verpersoonlijking van de chaos met wie God strijdt in zijn scheppingsmacht (Ps. 74:14). Maar hier in Psalm 104 verschijnt de Leviathan
als een zeedier dat door God zelf geschapen is. In het laatste zinnetje in vers 26 staat er in de Hebreeuwse tekst zoiets
als: ‘die Gij gevormd hebt om erin te spelen’. De Leviathan lijkt hier eerder een grote bruinvis of walvis te
zijn, die God voor zijn eigen plezier geschapen heeft. In het grote bassin, dat Hij zee noemt, speelt Hij ermee. Het is een speels en liefdevol beeld voor God: een schepper die speelt met walvissen die water spuiten van plezier en klepperen van het lachen met hun staart. De dichter is ervan onder de indruk: hoe ontzagwekkend mooi de wereld is waarin we leven. Met Louis Armstrong zou je kunnen zeggen: ‘what a wonderful, wonderful world’!
Zorgen voor ons gemeenschappelijk huis
Bijbelse scheppingstheologie, zoals we die tegenkomen in Psalm 104, leert ons dat alles met elkaar in verbinding staat. In 2015 besloot Paus Franciscus om de eerste zondag van september uit te roepen tot een gebedsdag voor de schepping. In het Italiaans heet deze dag: Giornata Mondiale di Preghiera per la Cura del Creato (Mondiale Dag van Gebed voor de Zorg van de Schepping). Sindsdien wordt de periode van 1 september tot 4 oktober niet alleen in katholieke, maar ook in veel protestantse kerken aangeduid als de ‘scheppingsperiode’: een tijd waarin christenen in hun diverse gemeenschappen bijzondere aandacht schenken aan de zorg voor de aarde in gebed, in vieringen en allerlei activiteiten. In datzelfde spoor heeft ook Paus Leo mensen opgeroepen om mee te doen in deze beweging:
Jezus gebruikte het beeld van het zaad vaak in zijn verkondiging om over het Koninkrijk van God te spreken. En aan de vooravond van Zijn lijden vergeleek hij zichzelf met de graankorrel die moet sterven om vrucht te dragen
(Joh 12,24). Het zaad geeft zich volledig aan de aarde en daar ontkiemt het met onstuimige kracht. Zelfs op de meest onverwachte plaatsen. Ook daar waar niemand ze heeft gezaaid en waar het oppervlak ondoordringbaar lijkt, fleuren ze de straten op. In Christus zijn wij ook zaden, zaden van vrede en hoop. De profeet Jesaja vertelt ons dat de Geest van God een dorre woestijn verandert in een tuin van rust en vrede. In zijn woorden: “Totdat de Geest uit de hoge over ons wordt uitgestort: dan wordt de woestijn een boomgaard. En de gerechtigheid brengt vrede voort, rust en veiligheid zijn
haar vruchten. Dan woont mijn volk in een gebied van vrede, een veilige woonplaats, een oord van ongestoorde rust”. (Jesaja 32, 15-18) Deze profetische woorden bevestigen dat de hele schepping liefkozing van God is. En dat gebed, vastberadenheid en concrete daden nodig zijn om die mateloze genegenheid zichtbaar te maken.
Deze boodschap is zeer actueel nu veel plekken op aarde onbewoonbaar worden. Onrecht, schendingen van internationale wetten, ernstige ongelijkheden en hebzucht veroorzaken op veel plekken ontbossing, vervuiling en
verlies aan biodiversiteit. En extreme natuurverschijnselen nemen toe door versterkte klimaatverandering. En ook gewapende conflicten veroorzaken menselijke en ecologische verwoesting. Klimaatrechtvaardigheid werd dus
al verkondigd door de profeten. Nu kan het niet langer gezien worden als een abstract concept. Het is een dringende noodzaak en reikt verder dan alleen milieubescherming. Het is een kwestie van rechtvaardigheid – sociaal, economisch en menselijk. Voor gelovigen is het bovendien een plicht die voortkomt uit hun geloof, want in Jezus Christus zijn alle dingen geschapen en verlost. Zorg voor de schepping is daardoor een uitdrukking van ons geloof en onze menselijkheid.
Paus Leo XIV, 30 juni 2025
Hoop voor de Schepping
Ondanks alle verwoesting is er hoop voor de schepping. Ook dat geeft Psalm 104 aan ons mee. In vers 29-30 staat er: ‘verberg uw gelaat en zij bezwijken van angst, ontneem hun de adem en het is met hen gedaan, dan keren zij terug tot het stof dat zij waren; zend uw adem en zij worden herschapen, zo geeft U de aarde een nieuw gelaat’. In vers 30 duikt het woordje roeach op: Gods Geest, de levensadem waarmee Hij ons het leven heeft ingeblazen. Zonder die levensadem bezwijken wij en keren we terug tot het stof van de aarde. Maar Gods Geest is ook: creativiteit, nieuw leven, herschepping. Wie door die adem wordt aangeraakt, komt opnieuw tot even. Ook de natuur krijgt steeds nieuwe kansen, zoals een omgevallen boom waar paddenstoelen zich in de herfst op vestigen, of een boomstronk waar zomaar een nieuw scheutje aan ontluikt. Wat dor en doods lijkt, kan opnieuw tot leven komen. De aarde kan een nieuw gelaat krijgen, als wij aangeraakt worden door Gods Geest. Wie leert kijken met de ogen van Psalm 104, leert om zijn of haar plaats in te nemen naast de dieren, de planten en de bomen en te leven in nieuwe verbondenheid met alles dat groeit
en bloeit.
Prijs de Heer!
In het laatste gedeelte van deze Psalm komt de glorie van God weer terug: “De luister van de HEER moge eeuwig duren” (Ps. 104:31). Een belangrijke term is het woord kāḇôḏ, dat hier ‘heerlijkheid’ of ‘majesteit’ betekent (in andere contexten ook ‘glans’ of ‘licht’). De aarde is vol ontzag voor God: richt Hij zijn oog op de aarde, dan beeft zij; raakt Hij de bergen aan, dan stoten zij rook uit. Dit gedeelte heeft een mooie structuur, die vloeiend overloopt in lof
en dankbaarheid. In vers 35 denkt de dichter aan de rechtvaardigen. Dit zinnetje werd vaak toegeschreven aan een latere redactie omdat het thema van zonde en onrechtvaardigheid in deze Psalm verder niet voorkomt. Maar
wie deze Psalm in haar geheel leest, kan dit vers goed plaatsen. Deze hele Psalm ademt lof en dankbaarheid. De dichter heeft alles dat leeft en dat groeit en bloeit nauwkeurig omschreven. Juist vanuit de dankbaarheid en de eerbied voor Gods schepping, dringt het besef bij hem op dat er wel onrechtvaardigen zijn die Gods schepping geweld aandoen. Maar de dichter verwoordt het met een belofte: eens wordt alles weer ‘goed’ (ṭôḇ), en zal God de aarde vernieuwen (vgl. vers 30). Wie kwaad doet, zal niet meer bestaan. Onrechtvaardigen zullen verdwijnen. Het gedicht eindigt zoals het begonnen was: prijs de Heer mijn ziel! De dichter voegt er nog een vreugdevol halleluja aan toe. Mooier kan dit gedicht niet eindigen. Als lezers van deze prachtige psalm worden we aangesproken om in de voetsporen te treden
van de dichter en God te prijzen om zijn glorie en macht, en liefdevol om te zien naar de schepping, zoals God dat doet. Alles wat ademt love de Here
(Ps. 150:6). Halleluja!
Ds. Jannica de Prenter
AFSCHEID – & BEVESTIGING AMBTSDRAGERS
In september nemen zowel Sjoerd Ennenga (pastoraal ouderling) als Theresia Koelewijn (voorzitter diaconie), na een ambtstermijn van respectievelijk 7 jaar en 2 jaar, afscheid van de kerkenraad. Wij danken hen heel hartelijk voor alle goede zorgen en betrokkenheid. Hun inzet wordt erg gewaardeerd! We zijn dankbaar dat mevr. Marja van de Zande-Quist bereid is om de taak van pastoraal ouderling op zich te nemen. Dhr. Arie Bakker wil het voorzitterschap van de diaconie gaan invullen.
In de dienst van zondag 21 september zullen we aandacht besteden aan de afscheidnemende ambtsdragers en hopen we de nieuwe ambtsdragers
te mogen bevestigen.
Minder goed nieuws is er ook. Want er leven grote zorgen over de levensvatbaarheid van het jeugdwerk in onze gemeente. Sigrid den Boer neemt volgend jaar september afscheid als jeugdouderling. Door al op tijd te gaan zoeken, hadden we gehoopt dat de nieuw te bevestigen jeugdouderling al ingewerkt kon worden. Helaas heeft de zoektocht naar een nieuwe jeugdouderling nog niets opgeleverd. Daar komt nog bij dat ook het voltallige jeugdteam vanaf volgend seizoen afscheid wil nemen. We hebben dus zowel een nieuwe jeugdouderling nodig, als mensen die het jeugdteam willen komen versterken. Wanneer het niet lukt om voldoende mensen te vinden die het stokje overnemen, dan komt ook de samenwerking met de Hervormde Gemeente op het vlak van jeugdwerk in gevaar.
Daarom deze dringende oproep: wilt u heroverwegen of u de taak van jeugdouderling toch op u kunt nemen? Ook mensen die in het jeugdteam willen stappen zijn nodig. Dus ook daarbij de vraag: wilt u er serieus over nadenken?
En laten we dit ook in gebed brengen, dat er een nieuw verlangen mag groeien om een kerk te blijven voor jong en oud.
Uw Kerkenraad

BIJ HET NIEUWE JAARTHEMA 2025-2026
Kijk! Laat je verrassen door het werk van de Geest
Het nieuwe jaarthema van de PKN nodigt je uit om met verwondering te kijken naar het werk van de Geest.
Vuur, wind, adem: de Geest van God is één en al dynamische levenskracht. Door zijn Geest laat God het leven ontluiken, en schept Hij licht uit de duisternis. Diezelfde Geest verbindt mensen met elkaar en maakt hen tot een gemeenschap: een levend lichaam van mensen waarin de Geest haar gaven uitdeelt, zoals God het wil (1 Kor 12:11). Maar de Geest geeft ook richting. Bij Paulus zien we meermaals dat zijn eigen reisplannen door de Geest worden doorkruist. Wanneer Paulus samen met Timotheüs door het onherbergzame gebied van Galatië trekt om in Asia
(westelijk Turkije) Gods woorden te verkondigen, verspert de Geest hun de weg en ziet Paulus in een visioen dat God hem naar Macedonië roept (Hand 16:6-10). Tijdens zijn derde zendingsreis gebeurt er iets vergelijkbaars, en geeft de Geest Paulus in het hart om naar Jeruzalem te reizen ook al weet Paulus dat hij daar gevangen zal worden genomen (Hand. 20:22). Gods plannen zijn niet altijd onze eigen plannen.
Ook wij zijn vandaag geroepen om ‘mensen van de Weg’ te zijn. Maar dat vraagt wel om een ontvankelijke houding: dat je met een open hart leert luisteren naar wat de Geest wil zeggen en je door diezelfde Geest laat bewegen. Het bekende lied van Paul Gerhardt zegt het zo: “Laat Hem besturen waken, ’t is wijsheid wat Hij doet” (Lied 905 Nieuw Liedboek). Het is verrassend wanneer we ons hart openstellen voor het werk van de Geest: dan ontstaat er ruimte, je hart stroomt weer vol van goede hoop en je ziet ineens wegen die er eerst niet waren. Kijk dus om je heen wat Gods Geest aan het doen is. Laat je erdoor verrassen en aanvuren. En ga mee op de weg die de Geest wijst!
Startzondag
Op zondag 14 september vieren we Startzondag met elkaar. Zet deze datum dus zeker in uw agenda! De werkgroep die dit jaar de startzondag voorbereidt is druk in de weer om er ook dit jaar weer een geslaagde dag van te maken. Over de vraag of de startzondag ook dit jaar weer in de kerk moest doorgaan, waren de meningen verdeeld. Er zijn hele goede herinneringen aan de startzondagen die doorgingen in de buitenlucht. Tegelijk moeten we realistisch zijn en erkennen dat dit veel meer logistiek werk met zich meebrengt. Bovendien moeten we bij slecht weer uitwijken naar de kerk. Daarom werd ervoor gekozen om

ook dit jaar de startzondag weer in de kerk te laten plaatsvinden. Dat betekent natuurlijk niet dat er
nooit meer een startzondag in de buitenlucht zal zijn.
Het programma ziet er als volgt uit: we beginnen de dag met een feestelijke dienst, met medewerking van Sarah Ringelberg en damesensemble Waisisi o.l.v. Mar van der Veer. Na afloop is er een Bijbelquiz en zijn er verschillende workshops en activiteiten waar u aan deel kunt nemen: een creatieve activiteit, een zangworkshop, een
speurtocht of een interactieve gespreksvorm. Er is voor ieder wat wils!
We sluiten de dag als vanouds af met een gezamenlijke maaltijd. Daarbij is uw hulp ook nodig. Wilt u één van de kaartjes die in de ontmoetingsruimte hangen meenemen, en datgene meebrengen wat er op het kaartje staat? Zo zorgen we ervoor dat er genoeg te eten en te drinken is. Ook mensen die op de dag zelf een helpende hand willen uitsteken
zijn nodig. Vele handen maken immers licht werk. We mogen uitzien naar een mooie dag vol verbinding en Geestkracht.
Aanbodkrant
Ook de aanbodkrant staat in het teken van het nieuwe jaarthema. Het is een gevarieerd programma geworden voor jong en oud, met zowel aandacht voor toerusting, verdieping als gezelligheid. U zult merken dat we bij een aantal activiteiten ook uitdrukkelijk de samenwerking zoeken met de andere kerken in Zierikzee. Want samen bereik je meer mensen. Bovendien is het verrijkend om elkaar te ontmoeten en samen met andere christenen te groeien in geloof. Tenslotte: een hartelijk woord van dank aan de mensen die de aanbodkrant hebben samengesteld, en iedereen die zich in wil zetten voor het activiteitenprogramma binnen onze gemeente. Uit deze waaier van activiteiten spreekt veelzijdigheid en creativiteit. Het nodigt uit om mee te doen. Hiermee kunnen we vreugdevol op weg.
Een hartelijke groet namens de werkgroep Startzondag & Aanbodkrant,
Ds. Jannica de Prenter
Intekendata voor het Groothuisbezoek:
Voor het Groothuisbezoek vragen we om u in te schrijven en aan te geven welke datum uw voorkeur heeft. Aan de hand van de inschrijvingen, wordt het Groothuisbezoek gepland. U kunt zich aanmelden bij ds. Jannica de
Prenter: Tel: 0111-412230.
Email: predikant@gereformeerdzierikzee.nl.
Woensdag 18 februari om 19.30u.
Donderdag 19 februari om 15.00u.
Dinsdag 3 maart om 10.00u.
Donderdag 5 maart om 19.30u.
Met vriendelijke groet,
Sjoerd, Gonnie, Leanne en Jannica
ZIERIKCEA OPENT MET BACH

Het project Zierikcea, dat in de maanden oktober en november op Schouwen-Duiveland wordt gehouden, opent op muzikale wijze. In de Burghse kerk aan de Ring geeft musicoloog en theoloog Mar van der Veer op woensdagavond 8 oktober een presentatie over een belangrijk gedeelte uit de Hohe Messe van Bach: de delen waarin de componist de geloofsbelijdenis van Nicea tot muziek brengt. Het is 1700 jaar geleden dat deze geloofstekst in Nicea (het huidige Izmir in Turkije) is opgesteld. Al vroeg heeft dit credo een weg in de katholieke liturgie gevonden en hebben componisten de tekst tot klinken gebracht. Het is Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) die door middel van een compositie voor koor, solisten en orkest dit tot een hoogtepunt brengt. Velen kennen Bach als de componist van de passionen. De Hohe Messe is wat minder bekend. Maar dit werk – dat Bach al eerder in zijn leven begon maar kort voor zijn dood afrondde – is een samenvatting van zijn muzikale leven geworden waarin hij zijn meesterlijke compositiekwaliteiten nog eenmaal laat zien. Een reden waarom hij dit werk componeerde heeft men nooit gevonden en waarschijnlijk heeft de componist de Hohe Messe zelf nooit uitgevoerd of horen klinken.
Dr. Mar van der Veer houdt zich vooral bezig met de theologische achtergronden van de muziek van Bach en Mendelssohn Bartholdy. In september verschijnt van hem een essay over ‘De Matthäus Passion in een seculiere tijd’ in
het blad Radix. Hij zal zowel op de tekst van dit Symbolum Nicaenum als op de verklanking door Bach dieper ingaan. Dat zal op een toegankelijke manier gebeuren, zodat ook iemand met weinig muziekkennis iets van de muzikale
rijkdom kan proeven. De avond is gratis toegankelijk en wordt afgesloten met een nazit.
Woensdagavond 8 oktober om 19.30u
Burghsering 33, Burgh-Haamstede
De lezing in de kerk van Burgh vormt de aftrap van een aantal activiteiten dieworden georganiseerd door een oecumenische werkgroep bestaande uit een vijftal theologen van Schouwen-Duiveland. Veel activiteiten zullen in de
maand november in Zierikzee plaats vinden. Er wordt samen gegeten en gesproken en diverse inleiders zullen hun visie op de geloofsbelijdenis vertolken. Er komt een filmavond voor jongeren en een samenvattende manifestatie op zondagmiddag 30 november. Alle informatie is terug te vinden op de website van Zierikcea: https://www.zierikcea.nl/
Mar van der Veer