
‘Toen de morgensterren samen zongen’
Het bijbelboek Job gaat op intens eerlijke wijze in op de moeilijkste vraag waar mensen voor staan: lijden en kwaad in een wereld die door een liefhebbende, goede en almachtige God geschapen is. De rechtvaardige Job, die in angstwekkend korte tijd alles verloor. Dit schilderij van de Engelse dichter en kunstenaar William Blake (1757-1827) toont Gods an-woord aan Job, nadat Hij gedurende de hele lijdensweg en bij alle wanhopige vragen heeft gezwegen. Vreemd genoeg geeft God geen antwoorden. Maar als Hij is uitgesproken, is Job tevreden. Hoe kan dat? Het bovenste stuk van het schilderij laat de goedheid van Gods werk in de schepping zien. Job 38:7, ‘Waar was jij toen de morgensterren samen jubelden en de hemelbewoners juichten van vreugde?’. De lofprijzende engelen en zingende sterren roepen het heerlijke en onstuimige van die ochtendvreugde op.
In de middelste afbeelding brengt Blake de soevereine macht van God over hemel en aarde, licht en duisternis en goed en kwaad in beeld. Job 38:12-13, ‘Heb jij ooit de morgen ontboden, de dageraad zijn plaats gewe-zen, om de uiteinden van de aarde te pakken en de goddelozen van haar af te schudden?’ God in het midden van het schilderij; een kalme God, die alles in de hand heeft. Hij gebiedt met Zijn rechterhand de zon om op te gaan en zijn licht te laten schijnen. Apollo op de zonnewagen om de dageraad opnieuw te laten doorbreken. Met Zijn linkerhand beteugelt God de duisternis en wordt de nacht verjaagd; de vrouw met haar maan-kroon wordt uit het hemelruim gebannen. Haar wagen wordt door een tweekoppige slang of draak getrokken, symbool van de duivel en de macht van het kwaad.
Ten slotte het derde deel in Gods antwoord. Job met zijn vrouw en vrien-den zitten bijna klem in de donkere ruimte waarin ze zijn opgesloten. Job heeft een ruig kleed om zijn naakte lijf, waarop nog zweren zichtbaar zijn. Ze verkeren nog in de duisternis, maar hebben niettemin een gebedshou-ding aangenomen. Job 42: 5-6; ‘Ik héb U horen spreken, en nu heb ik gezien wie U bent. Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil’. Wat heeft Job gezien waardoor hij zijn klacht laat varen en God aanbidt? Het valt op dat God en de lijdende Job er bijna gelijk uitzien. In feite kunnen we in alle vijf figuren Gods evenbeeld zien. Als wij lijden kan het ons helpen te bedenken dat God ons uit liefde Zijn evenbeeld gaf, dat we zelfs in onze diepste nood Zijn heerlijkheid weerspiegelen! En zoals wij Gods beeld dragen, zo draagt God het onze. We worden door Zijn nederig knielende houding en Zijn uitgestrekte ar-men eraan herinnerd dat Hijzelf niet onbekend is met lijden
(vgl. Job 38:17). 17Zijn de poorten van de dood aan jou getoond, de
deuren van het diepste donker – heb jij die gezien?
Waar vindt Job troost? God is waarlijk goed, soeverein en liefhebbend. Het is uit wijsheid dat God geen antwoord op Jobs lijden geeft. In plaats daarvan geeft Hij Zichzelf.
Uit: Artway beeldmeditatie
Myrthe van der Graaf