|
(ga naar het Nieuwe oratorium: Gebroken Jaren)
EEN
GAT IN HET DAK
-het verhaal achter een passie-
(door Michiel de Zeeuw - tekstschrijver)
Vertalen is vertellen
In 2004 verschijnt de Nieuwe Bijbel Vertaling. Een van de meest veelzijdige
vertaalprojecten in het Nederlandse taalgebied komt daarmee tot voltooiing.
Ik ervaar het als een grote rijkdom dat de bijbelse verhalen zo opnieuw
onder de aandacht komen. Wat mij betreft is het een kunstwerk dat veel vertelt
over de cultuur waaruit die vertaling voortkomt. Een kunstwerk dat meervoudig
te duiden is. In ons Nederlandse meningenlandje worden bijbelvertalingen
vaak begroet met een ijzige kritiek. Een kritiek die hoofdzakelijk vertelt
wat er allemaal niet goed aan is. De tekst is anders dan we in het hoofd
hebben, zo luidt de redenering, en anders dan gewoon is binnen onze kerk
of groep en moet dus wel vooral verlies betekenen. Het is waar dat op elke
vertaling iets valt af te dingen -vertalen heet niet zonder reden verraden-,
maar daarmee is niet alles gezegd. Zonder vertaling valt het verhaal op
den duur stil. De eens gedrukte letters vertellen zichzelf niet, ze hebben
mensen nodig die durven vertalen. Een zorgvuldige vertaling is te zien als
een nieuw instrument in het orkest dat door de tijden heen de bijbelse klanken
heeft weergegeven. Dat nieuwe instrument laat andere accenten horen, heeft
een eigen klankkleur en vraagt de eerste tijd veel aandacht. Uiteindelijk
mengt het zich in het geluid van het orkest. Het nieuwe instrument vertaalt
het bijbelse notenschrift in een gekleurd verhaal, een geklankkleurd verhaal.
Het vertelt om te worden gehoord en verstaan in deze tijd. Vertalen is opnieuw
vertellen om te worden verstaan.

Passie
Van een nieuwe bijbelvertaling gaat een uitdaging uit. Durf je mee te
gaan in de beweging van het verleden naar vandaag? Durf je te proeven
welke eigentijdse woorden de smaak van het aloude verhaal kunnen weergeven?
Het gaat om brontekstgetrouw (Hebreeuws, Grieks, Aramees) en doeltaalgericht
(Nederlands) met taal bezig zijn. Dat is niet alleen een zaak van taalspecialisten,
maar vooral ook iets dat de gebruikers van taal aangaat: u, jij en ik.
In het spoor van die uitdaging ontstond uit een gesprek met musicus en
cantor Mar van der Veer het idee om een passie te schrijven op basis van
de NBVtekst van het Marcusevangelie. Zo zouden meer mensen met de nieuwe
vertaling kunnen kennismaken en konden we de tekst ook op gebruiksmogelijkheden
beproeven. Van de vertalers kregen we ruimhartig de meest recente versie
van de vertaling aangereikt. Wel maakten ze het nadrukkelijke voorbehoud
dat deze tekst nog niet helemaal de eindtekst is. De eindredactiecommissie
moet een en ander nog bekijken. Het gaat dus om een tekst in wording,
want de definitieve tekst van Marcus in de NBV zal pas eind 2003 zijn
vastgesteld.
Dat wordingsproces is ook zichtbaar is de passie: drie van de zes delen
worden op Goede Vrijdag 2003 uitgevoerd en de laatste drie delen staan
voor volgend jaar op de rol. Zo kunnen we in het schrijven de indrukken
van zangers, muzikanten en luisteraars meenemen in de tweede helft.
Een
gat in het dak
Vaak begint de verhaallijn van een passie bij Jezus’ intocht in
Jeruzalem. Een begrijpelijke keuze, maar voor mijn besef val je dan midden
in het verhaal binnen. Zeker als je bedenkt dat voor steeds meer mensen
het verhaal over Jezus een onbekend verhaal is. We kozen als inzet voor
een van de eerste scènes uit het Marcusevangelie: het verhaal over
de mens die neergelaten wordt door het dak. Dat is zo rijk aan symboliek
en spanning. Bovendien bevat het die revolutionaire woorden: ‘bij
het zien van hun geloof’. Het wonder van genezing volgt op het doorzettingsvermogen
van wie deze zieke mens omringden. Zo vaak wordt, zeker in de protestantse
traditie, alle aandacht gelegd bij de hoogst individuele keuze van de
enkele mens tegenover God. De omgeving is dan vaak bijzaak. Hier gaat
het om de kracht van de mantelzorgers, om het geloof van de ouders die
niet opgeven om voor hun kinderen te bidden, om de eigenwijze daadkracht
van briefschrijvers voor gevangenen en zo zijn er nog velen te noemen.
Mensen die mens zijn voor anderen.
Het motief van het geopende dak brengt de gedachten ook bij het joodse
Loofhuttenfeest. Het feest waarin centraal staat hoe mensen onderweg mogen
leven in vertrouwen op God. Door het kwetsbare dak van de loofhut is de
hemel zichtbaar. ‘Het hutje van vertrouwen’ is als een oefening
in het leven met onzekerheid. Zo wordt het besef van afhankelijkheid en
dankbaarheid met elkaar gedeeld. Die houding tegenover God lijkt me ook
de rode draad in Jezus’ optreden. Om te schetsen wie hij in het
verhaal van ‘hosanna’ en ‘kruisig hem’ is, zet
de passie in met dit verhaal over een gat in het dak.
Persoonlijke
taal
In het recitatief (half gesproken- half gezongen voordracht - red.)
klinkt steeds de tekst van het bijbelverhaal. Mar van der Veer geeft in
zijn muziek al veel uitleg van wat er gebeurt. Ik geniet van de inspirerende
wijze waarop hij ook zelf als gelovig mens duidend en zoekend in het vertalen
zichtbaar is. De muziek maakt de luisteraar deel van het gebeuren. Op
diezelfde wijze heb ik geprobeerd in de teksten voor de liederen de luisteraar
eerder medespeler dan toeschouwer te laten zijn. In de vaak compacte verwoording,
die uitnodigt tot meerduidigheid, is ook geprobeerd een persoonlijke taal
hoorbaar te maken. De taal van een mens die zoekt te verstaan wie Jezus
is en waar God blijft als het er op aan komt.
Vertrouwen
Het enorme vertrouwen dat de Eeuwige mensen schenkt, blijft duizelingwekkend.
Daar ligt voor mij een bron van verwondering. In de verhalen vanuit de
joodse en de christelijke traditie over God en mensen wordt op velerlei
wijze gedeeld dat de Levende mensen roept om als partners te leven. Als
bondgenoten tegen het lot.
In mijn werk als dienaar van het woord , met grote en kleine letter, beleef
ik dat vertrouwen als een aansporing om naam te geven aan wat in deze
wereld gebeurt. Zoals in oorsprong Adam werd uitgenodigd om de schepping
te openen door ‘elk beestje bij de naam te noemen’. Ik merk
vaak hoe bevrijdend het is wanneer mensen benoemen wat hun is overkomen.
Dat het bijvoorbeeld niet meer gaat over het woord kanker, maar dat ze
onder woorden brengen wat er veranderd is in hun zekerheden. Dit verwoorden
is niet hetzelfde als het omstandig aangeprezen motto ‘er veel over
praten’. Het gaat meer om het ontdekken, het wegnemen van een deel
van de bedekking die over het leven ligt. Het is een zoeken en tasten
naar wat de goede naam is.
De prikkeling om teksten te schrijven voor een passie komt ook voort uit
de behoefte om te ontdekken. De verhalen over de weg van het kruis zijn
niet van mij of van u. Ze zijn ons aangereikt met de mogelijkheid om ze
op onze manier door te geven. Op hoop van zegen.
|
MUZIEK
BIJ EEN PASSIE - ORATORIUM
(door Mar van der Veer - componist)
Het is wel even naar adem happen als je je waagt aan een passie oratorium.
Beter dan Bach het deed zal niemand het meer lukken. Maar toen ik eenmaal
begon, was het een lust om te doen. Bach hoef je niet na te doen, maar
hij werkt wel inspirerend, zeker als je je afvraagt hoe je een bijbeltekst
toonhoogte geeft. Als een perikoop klaar was vroeg ik Michiel of hij wilde
luisteren, een verkeerd accent, een te hoge, te lage noot en je laat de
bijbel heel wat anders zeggen dan bedoeld wordt. Bijbeltekst in muziek
weergeven is tegelijk theologie bedrijven.
Recitatieven
Drie langere bijbelgedeeltes heb ik tot nu toe op muziek gezet, daarbij
ook drie vrije liederen of een duet en ook weer drie gemeenteliederen.
Meestal wordt het vertellende gedeelte in een passion door een solist
gedaan (de evangelist). Zo ben ik niet te werk gegaan. Bij ieder bijbelgedeelte
is er weer een nieuwe vorm. Niemand in de passie vervult een bepaalde
‘rol’. De stem van een enkeling kan door een koor worden gezongen
en andersom. De stem van een man kan door de mond van een vrouw klinken
en andersom.
In het deel over de verlamde man laat ik het koor het verhaal vertellen.
Dat valt niet mee voor een koor omdat de muziek het verhaal op de voet
volgt en dus steeds weer anders is. Herhalingen zoals bij een lied komen
niet voor. Soms zingt het koor eenstemmig, dan vier- of vijfstemmig. Al
de eerste keer liet ik het koor vijfstemmig zingen bij de woorden ‘boven
de plaats waar Jezus was’. Deze regel werd gaandeweg een rode draad
door de gehele passie. Van Bach heb ik ook het illustratieve aspect geleerd,
maar ook de symboliek in muziek. Wie goed oplet hoort en ziet heel wat
uitbeeldingen in de muziek. Suggestief is bijvoorbeeld het gedeelte waar
staat ‘lieten zij de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken’
. De dalende beweging die de koorzetting maakt beeldt dat uit. Maar zo
zijn er ook stijgende bewegingen bij het ‘sta op’ van de man.
Verontwaardiging, verbazing, woede: ik heb getracht het allemaal in muziek
uit te beelden.
In
het vierde deel van de passie (deel 2, 3 en 5 staan voor 2004 op het programma)
waar het verhaal gaat over de vrouw die Jezus zalft laat ik wel een ‘evangelist’,
een solostem, het verhaal vertellen, maar hij moet ogenblikkelijk zijn
mond houden als er een vrouw binnenstapt. Zij neemt het verhaal over in
een eigen toonsoort, een toonsoort die steeds anders is dan de toonsoort
van de omstanders die er niets van begrijpen dat deze vrouw het waagt
om Jezus te zalven. Ook Jezus zingt in dezelfde toonsoort als die van
de vrouw, want hij begrijpt wel wat ze zeggen wil. In het recitatief over
de zalvende vrouw vervult het koor de rol van de omstanders. De angst
van een steeds groter wordend oproer, de zalf die van het hoofd van Jezus
neerdaalt zijn muzikaal uitgebeeld. Het koor zingt, maar spreekt ook.
In
het verhaal van de kruisiging (deel 6) is het een kwartet dat het verhaal
vertelt. Het grote koor heeft nu meerdere rollen. Soms zingt het (kruis)woorden
van Jezus, soms zijn door middel van het koor de omstanders aan het woord.
Het meest indrukwekkend zullen de momenten zijn waarbij een tekst uit
het eerste deel van de passie wordt ingelast ‘boven de plaats waar
Jezus was’.
De behandeling van de tekst van het kruisigingsgedeelte is anders dan
het koorrecitatief in deel 1. De vele herhaalde tonen geven een gevoel
van beklemming. Daarnaast hoort men het in de muziek steeds donkerder
worden. Per gedeelte wordt in een steeds lagere toonsoort gezongen.
Instrumenten
bij de recitatieven
Alle
recitatieven worden begeleid door piano. Daarbij is er een solo-instrument
dat per recitatief anders is. Achtereenvolgens is het een klarinet, een
viool en een cello.
|
De
liederen
Twee
soorten liederen kent de passie: sololiederen en gemeenteliederen. In
de sololiederen komt iemand aan het woord die aanwezig was in het bijbelgedeelte
dat net verhaald is.
Het is de verlamde man, de zalvende vrouw en het zijn de vrouwen die achterblijven
als Jezus gestorven is.
Het lied van de verlamde man wordt gezongen door een vrouw (Margreet Baakman).
Hiermee wordt uitdrukking gegeven aan het feit dat het verhaal niet over
een man of vrouw, maar over onszelf gaat. Het koor vervult in dit lied
een belangrijke functie.
Het lied van de zalvende vrouw (vertolkt door Liesbeth Franken) is een
lied voor zang en viool. Het lied van de vrouwen (Wie roept er nu voor
jou ?) is een duet (Ineke Schilperoord en Margreet Baakman). Het solo-instrument
is nu een cello. Kleurrijke akkoorden op de piano met daar doorheen een
weeklagende cello maken dit deel tot een hoogtepunt in de passie.
Michiel de Zeeuw schreef voor al deze liederen teksten die heel dichtbij
klinken, gedacht vanuit de menselijke ervaring.
Ook
schreef hij de teksten voor de gemeenteliederen. Omdat iedereen snel moet
kunnen meezingen zijn de melodieën niet te moeilijk gemaakt. Het
meezingen door de gemeente versterkt het gezamenlijk beleven.
 Nieuw oratorium: Gebroken Jaren |